Acupunctuur is een onderdeel van de Traditionele Chinese Geneeswijze (TCM) en bestaat al meer dan 2500 jaar. Ik heb ook de opleiding Toyohari (Japanse acupunctuur) gedaan. Daar werk ik nu minder mee, maar gebruik nog wel regelmatig diverse technieken hiervan. Toyohari is in Japan ontwikkeld door een groep vooraanstaande blinde acupuncturisten. Door hen zijn heel specifieke technieken ontwikkeld met als kenmerk: minder is meer. De behandeling is zeer verfijnd. De naalden zijn veel dunner dan de naalden bij Chinese acupunctuur en er zijn meer technieken, zoals het gebruik van zeer zuivere moxa, waardoor er met minder naalden gewerkt kan worden.
De theorie van acupunctuur is het in balans brengen van de energie in de meridianen (dat zijn energiebanen). Al die meridianen samen vormen een soort wegenkaart waarlangs energie naar alle delen van het lichaam gestuurd wordt en ze geven energie aan elkaar door. Zijn de meridianen in balans, dan is het lichaam in staat gezond te blijven. In onze maatschappij zijn er veel verstorende invloeden (bijvoorbeeld veel in het hoofd bezig zijn, emoties, ongezond eten), dus kan het voor het lichaam lastig zijn in balans te blijven. Als één meridiaan verstoord raakt, heeft dat gevolgen voor de andere meridianen. Door deze verstoringen kunnen lichamelijke en geestelijke klachten ontstaan.
De theorie van Yin-Yang en de vijf elementen (Hout, Vuur, Aarde, Metaal en Water) vormt de basis. Yin-Yang en de elementen hebben bepaalde relaties met elkaar. Ik bekijk systematisch alle elementen en hun relaties. Met de naald kan invloed uitgeoefend worden op de energiestroom en komt er meer balans in de meridianen. Hierdoor wordt de helende kracht van het lichaam zelf gestimuleerd, waardoor klachten kunnen verminderen of verdwijnen.
Met deze stijl van acupunctuur kunnen alle klachten behandeld worden die ook met Chinese acupunctuur behandeld worden.